Jacomijn den Engelsen
16 maart 2012 - 9 mei 2012
Jacomijn den Engelsen exposeert haar houtdrukken in Rijnstate.
Handen vertellen veel. Het zijn intelligente delen van het lichaam waar alles – van liefde tot haat – mee uitgedrukt kan worden.
In de Renaissance besteedden schilders veel aandacht aan de handen van de geportretteerde. Daar viel meer van af te lezen dan van het gelaat. Soms kreeg de persoon een object, een bloem of boek, in handen. Soms maakten de handen een karakteristiek gebaar.
Voor Jacomijn den Engelsen (Breda, 1958) is dit bekend terrein. Ze bestudeert de schilderijen uit de Renaissance, maar ook de handbewegingen terwijl je praat en de gebarentaal voor slechthorende mensen. Het meest sprekende moment legt ze vast op papier. Dit beeld gutst ze uit hout, multiplex, in niet te missen formaten en drukt het af op papier of doek. Een sterk staaltje handwerk.
De grillige houtnerf blijft zichtbaar in de druk en dit ervaar je optimaal omdat het raster van het guts- en beitelwerk een grafisch karakter heeft en knap tegenwicht biedt.
In de Renaissance werden de handen gedetailleerd geschilderd om de persoon te definiëren. Voor Jacomijn den Engelsen gaat het om dat wat de handen zelf oproepen. Door het meer dan manshoge formaat wordt de hand een monument, terwijl de poëzie van het gebaar overeind blijft.