Twee tegeltableaus

Onbekend

De twee tableaus, afkomstig uit het Elisabeth Gasthuis, bestaan samen uit één pastorale, allegorische afbeelding. De hoofdvoorstellingen worden omgeven door tegels met wijnranken waarin vogeltjes en eekhoorns figureren.

Hoewel fysiek van elkaar gescheiden bevinden de twee figuren zich toch in hetzelfde doorlopende landschap. De herder, herkenbaar aan de staf, loopt met een roos in zijn hand naar zijn geliefde toe op het andere tableau. De vrouw staat op hem te wachten met een bos rozen in haar schort waarvan ze er één in haar hand heeft. Op de afbeeldingen staan opschriften, onder de vrouw: Lang spreid dees Roos haar glansch tentoon en onder de man: De Deugd mijn lief praalt eeuwig schoon.

De allegorie zal voor de moderne beschouwer niet direct herkenbaar zijn maar is wel degelijk aanwezig. De (rode) roos staat voor de verlangens en hartstochten van de mens, het stelt het zinnelijke leven voor. De vrouw geeft in spreuk en gebaar dus aan dat ze klaar is voor een volgende stap in haar liefdesleven. De man lijkt haar met zijn onderstaande spreuk enigszins terecht te wijzen, vrij vertaald is de waarschuwing: Bewaar de kuisheid dan blijf je altijd schitteren (pralen). Omdat de man eveneens een roos draagt en met zijn staf op haar toeloopt is misschien ook een andere — meer ondeugende — interpretatie mogelijk: Zeer deugdelijk dat er zo lang is gewacht maar nu gaat het toch eindelijk gebeuren.

Naar boven